- lang
- {{lang}}{{/term}}1 [algemeen] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 long/longue; 〈bijwoord〉 longtemps ⇒ 〈uitvoerig〉longuement2 [met ontkenning][helemaal] 〈bijwoord〉 du tout3 [m.b.t. personen] grand (de taille)♦voorbeelden:1 de kamer is zes meter lang • la pièce a six mètres de longtwee weken lang • pendant quinze jourshet is zo lang als het breed is • c'est bonnet blanc et blanc bonnetlang duren • durer (longtemps)hij maakt het niet lang meer • il n'en a plus pour longtempslang meegaan • durerergens lang over doen • prendre beaucoup de temps à faire qc.de tijd valt me lang • je trouve le temps longhet vriest niet langer • il ne gèle plusals je denkt dat ik dat zal doen kun je lang wachten! • si tu crois que je vais faire cela, tu peux toujours courir!de dagen worden langer • les jours commencent à (s')allongeral lang • depuis longtempsal lang en breed thuis zijn • être rentré depuis longtempswe hebben het er lang en breed over gehad • nous en avons parlé en long et en largelang geleden • il y a longtempsdat heeft lang genoeg geduurd • cela a assez duréhoe lang blijf je? • combien de temps restes-tu?ik heb in lang niet zo gelachen • cela fait longtemps que je n'ai pas ri autantlang van stof zijn • être prolixein het lang zijn • être en longhet wordt hoe langer hoe erger • ça va de mal en pishoe langer, hoe liever • le plus longtemps sera le mieuxdat kan zo niet langer • cela ne peut plus durer2 men was het lang niet eens • on était loin d'être d'accorddat smaakt lang niet slecht • ce n'est pas mauvais du touthij is nog lang niet zo ver • il n'y est pas encorehij is lang zo rijk niet als beweerd wordt • il est loin d'être aussi riche qu'on le prétendbij lange na niet • il s'en faut de beaucoup3 een lange vent • un grand typeze zijn even lang • ils ont la même taille
Deens-Russisch woordenboek. 2015.